Thomas zonder h

Havenmaker #123 | Thomas zonder h

In de bruisende Keilewerf 2 creëren makers vanuit een gezamenlijk oppervlakte hun werk. Ze werken dicht op elkaar, en soms zelf bovenop elkaar. Dit zorgt voor goede gesprekken, het uitwisselen van kennis, ideeën en een aanstekelijke creatieve sfeer. Kunstenaar en meubelmaker Tomás Kwakman, onder de toepasselijke naam Thomas zonder h, vindt dit de fijnste manier van werken: muziek aan, machines laten draaien en af en toe kletsen met zijn buren. Vanuit zijn werkruimte maakt hij op maat gemaakte meubels, maar ook minder voor de hand liggende kunst.

 

Onbegrepen meubels

Tijdens de opleiding Productontwerp aan de Willem De Kooningacademie onderzoekt Tomás ‘onbegrip’ en het verantwoorden van kunst. ‘Mensen in een ruimte zijn zich bewust van de ruimte die ze innemen. Als er een stoel in de ruimte staat, vragen we ons niet af wat die stoel daar doet. De stoel heeft namelijk een duidelijke functie. Kan een meubelstuk zonder reden of functie ook ruimte innemen? En hoe verantwoord je dat?’ Hieruit komen zijn onbegrepen stoelen tot stand.

Crappy but honest

Voor zijn afstudeerproject maakt hij een ander soort stoel. Eerst maakt hij zelf het gereedschap – de hamer, zaag, schaaf en spijkers – om daar de stoel vervolgens mee in elkaar te zetten. ‘Dus de stoel was heel crappy; hij viel helemaal uit elkaar. Want het was allemaal zelfgemaakt. Ook was hij niet stevig. Maar hij was wel eerlijk en oprecht. Ik kon het hele werk verantwoorden, omdat ik wist waar het allemaal vandaan kwam en hoe het gemaakt was.’ De naam van het werk? Crappy but honest. Later vormt de zelfgesmede spijker uit dit project zijn beeldmerk. ‘Mensen hebben er gelijk een beeld bij. Én er hangt een nostalgie omheen.’

Van Buurman naar buurman

Tijdens zijn studie loopt Tomás stage bij de circulaire bouwmarkt Buurman Rotterdam. Na afloop blijft hij hier werken als docent om les te geven tijdens houtbewerkingsworkshops. Ondertussen begint hij met het opzetten van zijn eigen bedrijf: Thomas zonder h. Zijn Hongaarse naam Tomás (uitgesproken als: Tomash) zorgt bij veel mensen voor moeite. Tomás besluit er daarom zijn trademark van te maken: ‘zo’n gedoe altijd met die naam uitleggen.’

Via Buurman komt Tomás uit in het Merwevierhaven-gebied en uiteindelijk in de Keilewerf 2. Voor sommigen ziet het kunstelijke complex er wat rommelig uit, voor Tomás is dit de perfecte plaats om zijn kunst te maken. Hij werkt graag in de drukte samen met zijn zij- en bovenburen. Zo staat er een project in de steigers met overbuurman Teun van Groef Design en vraagt hij zijn buren van Vierkante Meter om hulp tijdens het plaatsen van zijn meubels. ‘Superleuk, zo zijn we echt samen een dag op pad. En verdienen we er ook allemaal een beetje aan.’

Goud zoeken

Een plek als Keilewerf 2 zorgt ook voor een bepaalde sociale controle. ‘Ik woon alleen, stel ik had een eigen studio, dan is er niemand die je ergens op aanspreekt. Als je bijvoorbeeld vier dagen amper hebt geslapen en alleen maar aan het werkt bent. Niemand die dan zegt: je ziet er niet zo goed uit. Dat gebeurt hier wel. Je bent bewust van elkaar.’ En van elkaars kwaliteiten, spullen en materialen. Gereedschap lenen of overnemen van een ander is niet alleen gezellig, maar ook duurzaam. Dit speelt ook een belangrijke rol in het werk van Tomás. Het liefst zou hij al zijn materiaal bij Buurman vandaan halen: ‘bij Buurman rondlopen is een beetje als goud zoeken.’ Dit kan soms ook lastig zijn en daarom kijkt hij goed om zich heen in de stad. Zo vond hij zestig jaar oude, bijna rotte vloerplanken van een half gezonken schip. Het bleek hardhout te zijn, teakhout, en na wat schuurwerk heeft hij er een enorme tafel van gemaakt.

Een werf die leeft

Dromen over de toekomst heeft Tomás genoeg. Zo zou hij graag nog eens samenwerken met zijn bovenbuur en vriend Boris. Hij is kledingmaker; ‘hij heeft dit pak gemaakt trouwens,’ voegt Tomás trots toe, wijzend naar zijn overal. ‘Ik zou graag samen een stoel maken, die hij dan kan bekleden.’ In de toekomst zou hij graag zijn eigen Keilewerf opzetten. ‘Een werf waar ieder uur van de dag een zaag aanstaat. En muziek klinkt. Dat er gewoon altijd wat gebeurt. Een werf die leeft.’

Waar Tomás zich in de toekomst ook bevindt, hij wenst altijd dat alles wat hij maakt langer voortleeft dan hijzelf. Hij bouwt een relatie op met zijn werk en geeft deze door. ‘Ik wil niets maken wat eigenlijk zo weer uit elkaar valt. Het allerbelangrijkste is gewoon dat het bij mensen blijft.’