Plasticiet

Havenmaker #99 | Plasticiet

In de container-yard van bedrijfsverzamelgebouw Steur staat een aantal containers kruislings gestapeld. Het schurende geluid hint naar een bijzondere werkplaats. ‘Alles wat je zelf maakt, daar hecht je meer waarde aan en wil je ook langer mee laten gaan’, legt Joost Dingemans uit. Onder dat motto is hij samen met Marten van Middelkoop Plasticiet begonnen. Van afgedankt plastic maken ze platen die multi-inzetbaar zijn. ‘Denk aan meubels, decor en keukenaanrechten’. Ze produceren voor klanten, maar ontwerpen zelf ook producten. ‘Daarin proberen we echt een vertaalslag te maken naar design, we zijn in de eerste plaats ontwerpers.’
Je vindt Plasticiet op Galileistraat 15, M4H.

Op papier zijn ze 3,5 jaar bezig, maar daarvoor heeft Plasticiet al een heel leven geleid. Het dynamische duo ontmoette elkaar op de Willem de Kooning Academie. ‘We zaten bij elkaar in de klas en volgden dezelfde opleiding product design en dezelfde minor New Frontiers. Daar kregen we de opdracht iets te ontwerpen wat bijdraagt aan de next economy.’ Marten is procesgedreven, Joost wil minder verbruiken – een gouden combi zo blijkt later. Samen met nog twee studiegenoten – Anne-Marije Manting en Yvette de Wit – ontwikkelden ze een prototype en werden de eerste stappen richting Plasticiet gezet.

De andere studiegenoten haakten af en het scheelde niet veel of Joost en Marten hadden dat ook gedaan. Na hun afstuderen is Joost gaan reizen en bij terugkomst hebben ze meerdere sessies gehouden om te kijken of er toch schot in hun plan zat. Ze besloten te stoppen, maar nog geen week later kregen ze een aanvraag binnen van de Bijenkorf. ‘Dat was echt toevallig. Online zagen we er professioneel uit, maar we hadden toen nog niet eens een werkplaats en het was echt een grote opdracht.’ Ze geven gas bij en regelen alles. ‘Uiteindelijk ging de opdracht niet door, maar daardoor hadden we wel belangrijke stappen gezet.’

Marten laat het proces zien en steekt zijn hand in een van de vele bakken vol versnipperd wit plastic. ‘Dit kunnen we gebruiken als de basiskleur van de platen, waaraan we kleurrijke toevoegingen doen’, legt Marten uit. Daarna verdwijnen de platen in de oven. ‘Na het smeltproces, eindigt de plaat in een pers waarna het wordt opgeschuurd tot een bruikbare plaat.’ Het resultaat is speels, mede omdat ze afhankelijk zijn van het beschikbare plastic, maar vooral dankzij de ervaring die ze hebben opgedaan.

Die sneltreinvaart zorgde er onder andere voor dat ze bij het Steurgebouw in M4H terechtkwamen. ‘We kenden al een huurder en daardoor dus ook de verhuurder.’ Vooral de ligging aan de rand van de stad motiveerde Joost en Marten. ‘Het is net buiten de stad, maar niet te geïsoleerd.’ Het feit dat er veel gelijkgestemden een werkplaats huren, is een groot pluspunt voor de mannen. ‘Je kan zo binnenlopen bij een ander en advies vragen. Je wisselt tools en kennis uit. Niet alleen over je eigen vakgebied, maar ook over ondernemerschap.’ Een ideale omgeving voor een start-up door de kruisbestuiving in het bedrijfsverzamelgebouw, meent Joost. ‘We waren vanuit de kunstacademie gewend om altijd mensen om ons heen te hebben. Dat hebben we nu ook, maar we bepalen nu zelf wanneer we elkaar opzoeken. Daarnaast begrijpt iedereen het als je tot 22.00 uur doorgaat.’

Hun eerste werkplaats was binnen. ‘In een oude olieopslag. Dat waren we vrij snel ontgroeid, daarom zijn we naar buiten verplaatst in zeecontainers die ook modulair uit te bouwen zijn’, legt Joost uit. Door de hulp van een ondernemerscoach, richten ze hun werk ook steeds efficiënter in. ‘We willen er naartoe werken dat Marten en ik meer uit het productieproces stappen.’ Nu zit Joost thuis met een knieblessure en heeft hij meer tijd voor administratie. Daardoor komen ze tot het besef dat Plasticiet alleen kan groeien als ze naast hun zzp’ers een vaste werknemer aannemen. Bovendien willen ze in de toekomst grotere platen kunnen produceren. ‘Daarvoor hebben we een grotere oven en pers nodig en dus wederom meer ruimte.’ Ze hopen die groei bij Steur te kunnen blijven maken ‘We zitten hier perfect, maar het is afhankelijk hoe het gebied ontwikkelt. Als het meer een woonwijk wordt, dan wordt het te druk.’ Voor nu kunnen de mannen zich geen betere plek wensen.